Bij ons in Brazilië. 89: Nostalgische lentezang
Heimweegevoelens horen bij het mensenleven, vooral van hen die al bij de wat ouderen behoren. En daar is niks verkeerds mee.
Even terug naar mijn jonge jaren.
Als ik mij niet vergis begonnen de merels in Epe al op het einde van de februarimaand in de vroege morgen of late middag met hun lentezang. Het was hèt geluid van het naderende lentefeest.
Ik woonde aan de Parkweg 2. Mijn ouderlijk huis heeft een nogal hoog puntdak. Boven de vóór- of achterkant van dat dak nam een zwarte merel heel vroeg in de morgen zijn plaats in en begon met een zo melodieuze stem luid zijn lentelied te zingen of beter te fluiten. Het was op honderden meters afstand hoorbaar. Die ontelbare keren herhaalde melodie is mij altijd bij gebleven en ik kan het nog zo nafluiten. Wat een intens mooi geluid. Zij zeggen dat het mannetje net zo lang zingt totdat zijn nog te veroveren vrouwtje het nest in gaat en zij hun voortplantingswerk wederom zullen oppakken. Ik las eens dat hij haar ‘gewoon het nest in zingt’. Hij zingt natuurlijk ook om zijn gebied te markeren.
Hier in Brazilië heb je ook merels, natuurlijk van een ander soort. Ik weet niet hoe zij hier terecht zijn gekomen. De mussen bijvoorbeeld zijn vanuit Europa mee ingevoerd.
Bij ’t Hemeltje in de bosrijke omgeving is het vooral de sabiá laranjeira (roodbuiklijster) die in de lente al vóór vijf uur zijn lentetonen fluit. Hij schijnt de officiële wekker van de natuur te zijn. Wat is het heerlijk om zo wakker te worden. Overal stilte rond en in het toch al stille huis. Je hoort alleen de lichte ademgeluiden van onze honden op hun bedjes naast ons bed. Hun en onze slaap worden melodieus onderbroken door de sabiá. En laat die melodie nou lijken op die ik in mijn kinder- en jeugdjaren op of achter ons huis hoorde, ook wat de muzikale lengte betreft. Langdurige fluittonen. Het is alsof ik weer de nostalgische merelmelodieën van de Parkweg 2 Epe hoor. Aan het gezang merk je dat de vogel tot dezelfde familie behoort, maar toch anders is.
De turdus rufiventris (roodbuiklijster) is het die bij ’t Hemeltje fluit.
(foto: Wikipedia)
Onze rustige doodlopende straat in de stad Belo Horizonte is vooral rijk aan bomen en struiken met groen ondergewas en dus een ideale plek voor de turdidae of merels.
Een paar jaar geleden hebben wij ook hier een stel merels aangetroffen, die onze straat als hun terrein hadden veroverd. Zij nestelen nog steeds bij ons in de garag. Het is wel een kleiner en lichter soort dan die van ’t Hemeltje met de wetenschappelijke naam van Turdus Leucomelas.
Een stille beschutte plek voor hun nest, bestaande uit bladeren en stokjes samengesmolten met wat natte aarde. De rioleringsbuizen van ons flatgebouw functioneren als een soort ondersteuning voor hun intieme stekkie.
Mama merel zit op het nest.
Ik weet niet of zij al jongen heeft. Ik denk van niet, want ik hoor niets.
Het mannetje zingt als geen ander. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is miniem. Ze zijn niet bang voor mensen en maken zachte alarmgeluiden terwijl zij even een paar meter vóór jou opwippen of opvliegen om een iets verder gelegen veiliger plaats in te nemen. Altijd tussen en vooral onder de bomen, die er gelukkig voldoende zijn langs de kant van onze straat. Zij leven ook graag in de buurt van water, wat ze onder meer in het vijvertje achter ons huis aantreffen.
Eind september in het begin van onze lente dus, begon het mannetje ook al zeer vroeg te zingen. Het zijn bijna dezelfde geluiden als die ik van Epe in mijn geheugen heb opgeslagen. Zijn melodieuze, maar harde geluiden halen de mensen al vroeg het bed uit en het is een voor ons een zegen om zo wakker te worden, wat ik misschien niet kan zeggen van al onze buren, die na een dag werken hun rust zo nodig hebben.
Deze vogels behoren nu ook tot onze vaste bezoekers en krijgen altijd wat te eten.
Net als onze bem-ti-vi.
Zij komen ook iedere dag apart een paar keer water drinken in ons vijvertje in ons binnenhofje. Ook gaan zij daar in bad.
Een lust voor het oog als hij op een grote rots onder het water staande met vlugge bewegingen zijn kop en vederen onder het koele water dompelt.
Soms springt hij omhoog en drinkt hij rechtstreeks van het vallende water of vanuit het gat in de van binnen open ronde steen waarin het water zijn rechte val breekt.
Meestal komt hij drijfnat uit het vijvertje. Ook voor hem een noodzakelijk moment in zijn leven.
Hij droogt zich op in het sterke zonlicht, gezeten tussen poes en reiger op het witte afscheidingshekje, waarbij hij dan ook zijn veren strak strijkt.
Naast onze Bem-ti-vi , de mussen en de tortelduifjes vinden wij het ook geweldig dat wij de merels als onze vaste bezoekers hebben.
Lente is dus voor ons een jaargetijde waarin het leven zich voortplant en waarin wij ouderen zich in ons gelukkig-zijn laten inspireren. De merels maken er een groot feest van door ons op de mooiste momenten van de dag met hun voor mij nostalgische fluittoonliederen te verblijden.
Lang leve de lente binnen in ons, ook tijdens de zomer, de winter en de herfst.
Reacties
- Geen reacties gevonden
Laat je reactie achter
Reageer als gast