De toenmalige onderwijzeres Maria Cornelia van Klaveren van de School met de Bijbel (later Anne de Vriesschool) uit Epe heeft onmiddellijk na de bevrijding in 1945 onder de schuilnaam Marca de lotgevallen van de familie Van Essen beschreven. Haar verhalen zijn gebundeld in het boekje 'Een toevluchtsoord in bangen dagen'. Hieronder vindt u haar verhalen. En HIER staan de verhalen over de totstandkoming en de officiële ingebruikneming.
'Ik ga een schuilplaats maken, die kunnen we wel eens nodig hebben. We krijgen nog zware tijden.'
Een woord vooraf
Op een familiefeest kwam ik toevalligerwijze met juffrouw Van Essen in gesprek over de bevrijding en alles, wat er mee samenging. En toen hoorde ik voor de eerste maal iets, van 't geen zij gedaan hadden in de afgelopen jaren. Mijn belangstelling was gewekt. Gaarne wilde ik meer horen over het werk, wat zij gedaan hadden en daarom ben ik verscheidene avonden bij de familie Van Essen geweest en heb hen er alles over laten vertellen.
De zoete inval voor onderduikers
De eerste jaren heeft men die schuilplaats niet nodig. De familie Van Essen had toen ook niet kunnen denken, dat zij in de komende jaren zoveel mensen zou herbergen, die zich op de een of andere manier veilig moesten stellen voor terreur en vervolging.
,,Daar is politie!" ,,Jongen, ga weg, maar gebruik je verstand!''
Eind 1943 had de familie Van Essen weer een nieuwe taak gekregen. Er zaten namelijk bij de "Ossenstal" in een hut 8 Joden. Die hut stond in het zogenaamde "Spergebied", dus was de kans op razzia's zeer gering. De familie Van Essen werd nu door het reeds eerder genoemde comité verzocht deze mensen dagelijks van eten te voorzien. En zo reed Van Essen elke avond in het donker, beladen met warm eten en brood naar de "Ossenstal". En dat veertien dagen lang.
Hun aller leven stond steeds op het spel
Jan Albertus had de schrik te pakken gekregen en ging een tijdje weg naar een andere oom van hem, M. van Essen in de Laarstraat. De Joodse familie, nu natuurlijk in hevige angst voor een tweede bezoek van De Leeuw, waarbij alles wellicht zou uitkomen, vertrok naar Utrecht, waar ze 14 dagen bleven. Na die 14 dagen ging Van Essen met zijn vrouw naar Utrecht om te vertellen, dat De Leeuw niet meer terug gekomen was, dus dat het huns inziens weer "veilig" was. De Joodse familie schreide van blijdschap, toen ze de familie Van Essen zagen en gingen nog dezelfde avond mee terug naar Epe. Een paar dagen later kwamen ook de ouders van het echtpaar "Kamps" uit Heerde terug, waar ze tijdelijk hadden vertoefd.
Tranen van blijdschap en opluchting
Op 10 october, 's morgens om 7 uur zagen ze plotseling grote bedrijvigheid van de Duitse Wehrmacht en Grüne Polizei. Op iedere 50 meter werd een soldaat geplaatst en toen ze eens gingen informeren, werd hun verteld dat "er parachutisten werden verwacht". Dat kon, dus ieder ging of bleef aan het werk.
,,Ik hoop dat we ook nog eens Amerikanen of Engelsen krijgen''
Jan Sarelse, die nog steeds op Renderloo was, was er niet zo gelukkig af gekomen. Hij viel in de handen van de Duitsers en omdat hij onderduiker was, kwam hij in de gevangenis te Zwolle terecht. Na ± een maand werd hij uit de gevangenis geholpen en als er nadien razzia's of meldingen waren, kwam hij steeds bij Van Essen een schuilplaats zoeken.
Ondanks de doorlopende angsten en zorgen beleefde de familie Van Essen met al die jongelui toch een gezellige tijd
Die morgen hadden zij onderwijl ook weer iets anders beleefd. Toen zij net goed en wel uit hun bed waren, zagen zij een groepje mensen op hun woning af komen. Dichterbij gekomen bleek het de schoonzoon te zijn van de familie uit het huisje, die met nog acht andere Joden uit het bewuste kamp van Nunspeet waren gevlucht. In de nacht, volgend op die middag, toen de Amerikanen bij juffrouw Bakker waren gekomen, had men het kamp "ontdekt" en waren onder andere deze Joden naar de familie Van Essen gegaan.
‘Zeer zware jongens’ in de nieuwe schuilplaats
Ongeveer een week voor Kerstmis fietste hun zoon Mannes door de bossen en werd daar aangehouden door mannen van de S.D. Zij vroegen hem om zijn persoonsbewijs, hielden dit en zeiden, dat hij dit de andere morgen in Olst kon komen halen. Of hij nu al beweerde, dat hij pas 16 jaar oud was, het hielp niets, hij was zijn persoonsbewijs kwijt. Vader en moeder Van Essen dachten er natuurlijk niet aan, om hun zoon naar Olst te laten gaan. Maar nu was een ander gevaar ontstaan. Hun adres was bekend en bij een eventuele huiszoeking konden ook de andere jongens gegrepen worden, dus achtten zij het raadzamer, dat die beiden tijdelijk ergens anders heen gingen.
De zenuwslopende ontsnapping van ‘Tonny’ Daamen
De heer Daamen gaf hierover en over zijn ontsnapping de volgende bijzonderheden. In de gevangenis werden zij verhoord en gemarteld om hen tot een bekentenis te dwingen, onder andere werden zijn vingers gebroken. Men was daar ook zeer nieuwsgierig naar een zekere "Tonny". Doch niemand van hen wist iets van "Tonny" af. Zij loochenden allen hun bekendheid met hem. Ook aan hem zelf werd gevraagd wie "Tonny" was, doch hij kende deze persoon ook niet!
Ook verstopplaats voor wapens en explosieven
Na "Tonny's" ontvluchting werd getracht de zaak in Epe weer op te bouwen. Het was daarom noodzakelijk, dat hij meer in het centrum kwam te zitten en vandaar het verzoek aan Van Essen om hem te verbergen. Een paar dagen later kwam nummer 2, namelijk Aalt van Vemde, die ook meermalen gezocht was geweest en thans in Vierhouten zat ondergedoken. De heren kregen druk werk.
Zelfs onderdak voor paarden en … Duitsers
In die tijd werd het steeds onrustiger. Men hoorde van vorderingen van dit en vorderingen van dat. Op 1 april kreeg Van Essen een nieuw soort logés. Er werden namelijk 3 paarden van buren gebracht, die onder moesten duiken, omdat allerwege paarden gevorderd werden. Eén buurman kwam zelf ook mee en dook meteen bij Van Essen onder, waar hij tot de bevrijding is gebleven.
's Avonds hielden ze zangrepetities. "Ssstt, ssstt, stil toch jongens. Zij kunnen jullie in de verte al horen.''
Hun ondergronds werk liet hen ook nog wel vrije tijd toe. En dan kwam juffrouw Van Essen met een bak aardappelen aandragen en zette de heren aan het aardappelen schillen, want er kwam heel wat kijken, om zoveel grage monden en magen te vullen. Maar zij had gewillig "personeel", dat moet gezegd worden.
De bevrijding
En zo brak de bewuste dinsdag 17 april aan. De spanning bij Van Essen bereikte haar hoogtepunt. Konden zij aan het werk gaan? Zij popelden om te beginnen, maar toch moesten wij nog geduld hebben. Zij wisten, dat in het dorp de laatste Duitsers hun vernielingswerk begonnen. Daar zij nog geen instrukties van hogerhand hadden gekregen, konden en mochten zij er niets tegen doen. Ook "Jan de Engelsman" ontraadde dit ten sterkste. Er waren aan de Dellerweg nog heel wat Duitse soldaten, het was nog heel goed mogelijk, dat er nog represaillemaatregelen zouden genomen worden, waardoor nog veel ellende over Epe kon komen.
Epiloog
In dit laatste deel van de serie verhalen over het 'Toevluchtsoord in bangen dagen' een In Memoriam dat zijn toenmalige verzetsvrienden publiceerden toen Herman van Essen overleed, een interview met mevrouw Johanna van Essen nadat ze een Amerikaanse onderscheiding had gekregen, een stukje historie van het huis en het gedicht 'Onze stille hoop' dat Henk Posthouwer over de heldendaden van de familie schreef.