Hoe meer je je er in verdiept, hoe meer bewondering je krijgt voor onze verre voorouders die zich in de (vroege) Middeleeuwen en ver daarvoor bezighielden met de winning van ijzer. Ze moesten er niet alleen keihard voor werken, maar ook oneindig veel geduld voor hebben. Dat bleek gisteren bij Hagedoorns Plaatse, waar de werkgroep archeologie van de vereniging voor veldbiologie KNNV verder ging met haar tweede ijzerwinningsproject.
Leden van de werkgroep hadden een relatief flinke verzameling ijzerhoudende klappersteen aan de rand van Epe gevonden en opgegraven. Ook hadden ze leem verzameld waarvan ze een ongeveer één meter hoge oven bouwden. Daarin smolten ze de klappersteen, wat brokstukken ruw ijzer opleverde. Dat werd vervolgens ontdaan van stenen bestanddelen en andere afvalstoffen (slak genaamd), waarna in de bloedhete oven het gewenste eindresultaat in de vorm van goed bewerkbaar ijzer werd bereikt. Een klus waarmee ze vele dagen zoet waren geweest.
Gisteren bouwden de werkgroepleden met deelnemers aan een workshop ijzerwinning hun tweede oven af en stookten ze als voorproefje op wat nog komen gaat een brok ruw ijzer (wolf genaamd) in een andere oven, een snel te bouwen smeedhaard. Met twee blaasbalgen en een flinke hoeveelheid houtskool moest de vereiste temperatuur van 1200 graden bereikt worden. Goed gestookt houtskool wordt normaal gesproken een graad of 1000 en om de temperatuur nog 200 graden hoger te krijgen, moet je er zoveel mogelijk extra zuurstof aan toevoegen. Maar hoe hartverwarmend enthousiast ze ook aan de blaasbalgen trokken en duwden, de gewenste temperatuur werd kennelijk niet gehaald. Want toen de wolf in de inmiddels stromende regen uit het vuur werd gehaald, bleek die niet genoeg verhit om hem op een aambeeld te ontdoen van de niet-ijzerhoudende stoffen.
Geen ramp, want op 13 oktober wordt, ook bij Hagedoorns Plaatse, het vuur in de nieuwe leemoven nog wat hoger opgestookt en zal het gewenste resultaat ongetwijfeld wel weer worden bereikt. Voor het programma van die dag: klik hier.


Archeologe Janneke Zuyderwijk met de wolf die in de smeedhaard wordt gelegd. Maar eerst moet het loeiheet zijn in de oven.


In je eentje houd je het niet lang vol, dat duwen en trekken aan de blaasbalgen.


De grote oven wordt afgewerkt zodat op 13 oktober de fik er goed in kan.
Daar gaat de wolf.



Bloed- en bloedheet is de wolf als die na hard werken uit de oven gehaald wordt. Maar toch niet heet genoeg.

Op zoek naar restjes wolf.

Het afval van de wolf, de slak.

Zo ging het vorig jaar en zo gaat het op 13 oktober ongetwijfeld weer. Vuur van 1200 graden of meer in de oven, ijzer dat eruit komt.
Reacties
- Geen reacties gevonden
Laat je reactie achter
Reageer als gast