Een slecht geheugen
In de 19de eeuw barstte het in Nederland van de schapen, vooral op de Veluwe, in Drenthe en op de Larense Heide. In die tijd kreeg men oog voor het landleven. Romantische dichters als Pieter Louwerse en Johannes Worp bezongen de grote stille heide, waar de herder onophoudelijk tegen iemand roept hoe schoon en hoe rijk zijn heide wel niet is. Kunstenaars in Laren schilderden aan de lopende band schaapskuddes en herders op die weidse heide.
De herder
Op de groote, stille heide
Dwaalt de herder eenzaam rond
Wijl de wilgewolde kudde
Trouw bewaakt wordt door den hond
En, al dwalend ginds en her,
Denkt de herder: “Och, hoe ver
Hoe ver is mijn heide!
Hoe ver is mijn heide, mijn heide!”
Op de groote, stille heide
Bloeien bloempjes lief en teer
Pralen in de zonnestralen
Als een bloemhof heide’en veer
En, tevreên met karig loon
Roept de herder: “O, hoe schoon
Hoe schoon is mijn heide
Hoe schoon is mijn heide, mijn heide!”
Op de groote, stille heide
Rust het al bij maneschijn
Als de schaapjes en de bloemen
Vredig ingesluimerd zijn
En, terugziende op zijn pad
Juicht de herder: “Welk een schat!
Hoe rijk is mijn heide!
Hoe rijk is mijn heide, mijn heide!”
Veel van die kunstwerken werden besteld door rijke Amerikanen. In het Rijksmuseum in Amsterdam hangt het beroemde werk van Anton Mauve Kudde op de heide bij Laren. Dergelijke kunstwerken laten ons een heel andere tijd zien. De schilder vond het primitieve leven inspirerend, maar zij die hard moesten werken voor het dagelijks brood zullen daar anders over hebben gedacht, vooropgesteld dat ze het woord inspirerend al kenden.
We zijn met zijn allen nuchterder, we zeggen nu dat het verlangen naar die goeie ouwe tijd het teken is van een bijzonder slecht geheugen, maar toch vind ik de ontmoeting met onze onvolprezen herder en zijn kudde op de Renderklippen nog steeds een feest, je bent toch stiekem even in een andere tijd. Die romantiek gaat er trouwens wel af als je niet naar Buienradar hebt gekeken en dus overvallen wordt door een plensbui…
de kudde
de opkomende storm woelt
door de verkleurende bosrand
zachte witte en vredige schapen
bekleden de uitgebloeide heide
stromen gedwee naar de verre stal
een schuilplaats onder de dreiging
nog even wachten op de felle regen
en de volle hevigheid van de storm
knus en warm gezellig blatend bijeen
heideschapen hebben ‘t niet slecht
maar ik moet nog naar huis
Anton Mauve.
Reacties
- Geen reacties gevonden
Laat je reactie achter
Reageer als gast